In de zomer van 1998 was ik op Samos met Tim en Jem. We hadden een appartementje op de begane grond. Een prachtig wild cypers katertje van een maand of 6 had ons uitgezocht als tijdelijk personeel. We noemden hem al snel Sies. We wilden een naam die Jem ook kon uitspreken en een naam met een -s- klank omdat katten daar goed op reageren. Jem, die op Samos 2 jaar werd, was toen erg bezig met tellen: een tee djie vijf sies. Sies werd het dus.
Sies had nauwelijks vlooien, een prachtige glimmende vacht en was wat mager. Grieken zijn geen dierenliefhebbers. Dus legde ik briefjes voor de schoonmakers neer dat ik niet wilde dat ze hem wegjoegen van het balkonnetje waar hij op een stoel en handdoek een eigen plekje had. Hij volgde ons als een hondje tot aan de rand van zijn territorium, reageerde op zijn naam en liet zich kroelen en aaien. Zelfs door de “Sies aai” priegelhandjes van Jem. Ik hoefde maar te roepen en daar kwam hij uit de velden naar ons aangesneld met een lief huppelig loopje.
Ik had het hele scenario al in mijn hoofd: vliegmaatschappij bellen en een plek regelen, op zoek naar een bench, op zoek naar een dierenarts en mijn, toen nog blonde, charmes en dollars in de strijd gooien voor het antedateren van zijn entingen. De dierenarts hoefde niet eens Engels te kunnen, ik spreek de Nieuw-Griekse taal. Dat moest gaan lukken! Grieken zijn gek op blonde Grieks sprekende ‘hulploze’ dames en op dollars.
Echter, 1 ding zag ik over het hoofd of wuifde ik weg: we hadden thuis een zeer moeilijke poes, onze Poeska waar ik later meer over zal vertellen, die we geen plezier zouden doen nog een kat mee terug te nemen naar ons 3 kamerflatje in Amsterdam.
Plus het feit dat Sies al zeker 6 maanden was. Kattenbak? Nog nooit van gehoord! Binnen blijven? Dat was toch geen doen voor zo’n ‘wilde’ kat? Daar zou hij toch niet gelukkiger van worden? Was het dan niet beter dat hij nog een aantal maanden in ieder geval vrij (=gelukkig?) leefde dan jaren ongelukkig bij ons op een flatje met de, door zijn aanwezigheid nog meer gesjeesde, kat die we al hadden? Maar in de winter zou het hele eiland leeglopen en zou hij volledig van zijn eigen vangkunsten afhankelijk zijn voor zijn dagelijkse kostje. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen.
Ik heb mijn hersens gepijnigd hoe ik het moest oplossen, maar zoals Tim -waarschijnlijk terecht- zei, het kon niet opgelost worden. Dus kocht ik in de supermarkt al het schaarse katteneten wat ik kon vinden om hem, in nog een paar dagen, vet te mesten. Zoals ik al zei, Grieken zijn geen dierenliefhebbers en dat kattenvoer wordt eigenlijk alleen voor de toeristen verkocht. Griekse huisdieren eten of met de pot mee, of vangen hun eigen eten. Griekse zwerfdieren zijn om stenen naar te gooien of om te vergiftigen.
Op de vroege ochtend dat we vertrokken, stond Sies op het balkon voor de balkondeur te dralen. Sliep hij anders op dat tijdstip altijd ergens buiten in de buurt, nu liep hij klaarwakker en vastbesloten bij ons naar binnen en was met geen stok naar buiten te krijgen. Wist hij het? Ik keek Tim nog 1 keer met een gepijnigde blik aan, maar ons besluit stond vast. Ik heb hem met een huilend hart opgepakt en na een laatste knuffel buiten gezet.
Onderweg naar het vliegveld had ik al spijt spijt spijt. Thuisgekomen was ik in staat mijn spaarrekening te plunderen en een vlucht terug te boeken om hem te gaan zoeken. Maar weer werd ik met mijn neus op de al eerder genoemde feiten gedrukt. Het kon echt niet.
Een paar maanden later brandde bij een heftige bosbrand bijna het halve eiland af en vervloog al mijn hoop. Ergens hoop ik nog steeds dat hij een prachtkater geworden is die alles overleefd heeft, maar ik weet beter. Ik heb te veel zwerfkatten gezien in Griekenland. Oud worden ze niet en prachtig al helemaal niet. Ziek, vies, mager en angstig is het enige wat ik gezien heb.
Vanaf die vakantie heb ik Tim een waarschuwing gegeven: de volgende keer dat er zich weer zoiets voordoet, dan gaat hij mee! Desnoods zoek ik hier in Nederland een ander huis voor het beestje, maar die spijt was een vreselijk gevoel. Ik heb dan ook jarenlang daarna een opvouwkattentas meegesjouwd. Voor niets natuurlijk. De kattenvitaminen die ik standaard ook meenam, gingen ruimschoots op aan verwilderde andere katten en honden, maar er zat er geen één bij waarvan ik dacht, die kan mee! Nou ja behalve een hondje een jaar later, maar dat is weer een heel ander verhaal.