Naar aanleiding van een telefoontje dat ik vanmorgen kreeg over een jonge bengaal met misschien hormonale dominantieproblemen, kan ik het volgende vertellen.
Zahra kreeg met een maand of 8 last van bovenaan de dominantieladder willen staan hier in huis. Vlak na mijn hernia-operatie, toen ik nauwelijks normaal kon bewegen, was ik helemaal vaak de pineut en kon ik het ook allemaal even niet meer aan. Bij mijn man durfde ze het niet en bij Jem deed ze het niet. Omdat sterilisatie mijn laatste optie was ben ik toen eerst begonnen met o.a. spelletjes om haar spelenderwijs duidelijk te maken dat ik de baas was en niet zij zoals ze wel probeerde.
Met deze jaag/staar/stoeispelletjes bedoel ik echt spelletjes, dus geen straf.
Staarspelletje: Ik ging op de trap naar zolder staan terwijl Zahra zich op de zolderverdieping bevond. Mijn ogen waren dus op haar ooghoogte. Ik keek haar strak aan totdat zij knipoogde of wegkeek. Knipoogte ik eerder of keek ik weg, dan gaf ik aan: ‘Het is goed, jij bent de baas’, en dat was nu net niet de bedoeling. Soms kwam ze op me af gestoven en moest ik me verzetten om niet terug te deinzen. Aangezien het een spelletje was, wist ik dat ze me niet te grazen zou nemen, maar net op een centimeter van mijn gezicht tot stilstand zou komen. Deinsde ik wel terug, dan had zij weer gewonnen. Dit kostte mij wel behoorlijke moeite want de schrik zat al snel in mijn hele lijf.
Jaagspelletje: Gewoon met een speeltje samen spelen. Soms liet ik haar winnen door haar met het speeltje er vandoor te laten gaan, maar het laatste spelletje won ik en ik had het speeltje als laatste in mijn bezit.
Stoeispelletje: Stoeienderwijs duwde ik haar op haar rug en zorgde ervoor dat ik haar buik aanraakte of haar bij haar keel vasthad. Niet hard en niet dwingend maar wel dat ze even voelde dat het gebeurde. Klauwde ze in mijn hand dan pakte ik, nog steeds stoeiendergewijs, zachtjes het pootje vast of duwde met het pootje mee zodat mijn hand heel bleef. Trek je namelijk je hand terug dan krijgen de nagels grip in je huid en bezeer je je. Beet ze, dan duwde ik mijn hand in haar bek naar achteren. Hierover staat iets verderop in deze log meer.
Na afloop van de spelletjes even aaien en gewoon stoeien, maar ik besliste wanneer het klaar was en zorgde nog steeds dat ik als laatste won.
Ik ben ook met de kittens van Zahra begonnen met het leren zich te onderwerpen aan me. Vanaf dat ze een week of 9 a 10 waren pakte ik ze op en legde ze voorzichtig op mijn schoot op hun rug. Mijn ene hand had ze in hun nekvel vast, de andere gebruikte ik niet of later om voorzichtig over de buik te aaien. Ik bouwde dit heel langzaam op. De buik blootgeven is eng voor katten. Het is hun kwetsbaarste plek. Nadat we het een paar dagen achtereen geoefend hebben, hield ik ze wat langer in de beschreven positie vast. Op een gegeven moment voerde ik de knijpdruk in hun nekvel op wanneer ze tegenstribbelden, net zo lang totdat ze zich overgaven en stil lagen. Op een gegeven moment kwam het recht in de ogen van het kitten blijven aankijken erbij. Steeds een stapje verder dus. Het ene kitten had het wat moeilijker dan het andere kitten, maar het is bij allemaal prima gelukt uiteindelijk.
Denk eraan dat dit bij jonge kittens een proces van minimaal 2 weken is! Dit krijg je niet in een dag voor elkaar en dat wil je ook niet om angst voor mensen of handen te voorkomen. Je moet dit ook niet te zwaar zien. De eerste paar dagen was het na een seconde liggen alleen al met of zonder tegenstribbelen al goed genoeg voor mij. De dagen erna 2 seconden en zo bouwde ik het langzaam op. Voor een volwassen kat zal zelfs een veel langere periode nodig zijn om dit voor elkaar te kunnen krijgen, als je het al voor elkaar krijgt.
Zahra heb ik niet als een kitten op mijn schoot zo gelegd. Daar was nog helemaal geen aanleiding voor. Later was ze te sterk, maar de alternatieve methode ging ook wel soort van. Wanneer ze terugvocht pakte ik haar bij haar nekvel of, als ik daar niet bijkon een poot of wat dan ook, en zolang zij terugvocht kneep ik. Bleef ze terugvechten, dan voerde ik steeds de druk wat verder op. Ik wist natuurlijk ook wel dat ik niet een pootje moest breken, maar ze mocht het best flink voelen.
Bij bijten duwde ik mijn hand in haar geopende bek en duwde ik door, net zolang totdat zij opgaf. Soms had ik dus 1 hand in de bek en de andere hand had ergens anders haar lijf vast. Met een tijger of iets dergelijks moet je dit natuurlijk niet doen maar met katten merk je al snel dat ze niet doorbijten zolang jij doorduwt. Toen ik dit consequent ging doen, kreeg ze door dat terugvechten haar alleen maar meer pijn deed en daardoor zinloos was en dat haar acties consequenties hadden die ze niet leuk vond.
Zahra is ook geen poesje wat van te voren waarschuwde. Soms kregen we nog wel eens een waarschuwing in de vorm van pupillen die zich heel snel verkleinden maar dan waren we toch al te laat. Na een periode van maanden oefenen hoorden we eindelijk een waarschuwend langgerekt gemiauw uit haar komen, waardoor we haar weer voor konden zijn en onmiddellijk konden ingrijpen. Ze veranderde en leerde dus wel van onze aanpak.
Het klinkt echt heel naar, ik weet het. Het was af en toe echt heel heftig en vreselijk hoe hard wij Zahra moesten aanpakken, maar ze had dit leerproces nodig en het heeft haar en ons leven aanzienlijk verbeterd. Hoe moeilijk ik het ook vond en hoe oneerlijk het soms ook leek.
In de natuur gaat het niet anders.
Katten, wilde en gedomesticeerde, hanteren een rangorde die onderling uitgevochten wordt. Katten vormen een sociale groep uitsluitend uit noodzaak, en de rangorde is gebaseerd op respect voor territorium.
In de natuur kennen katten onderling een zogenaamde relatieve dominantie. Afhankelijk van het tijdstip van de dag en de plaats waar men elkaar tegenkomt, is de ene of de andere kat de baas. Het kan voorkomen dat kat A van 7-10 uur een bepaalde zitplaats heeft en hier de baas is, terwijl kat B van 12-15 uur op dezelfde zitplaats zit en er dan de baas is. De dominantie is dus geen wet van meden en perzen, maar gerelateerd aan plaats en tijdstip.
Dit in tegenstelling tot bijv. honden: zij kennen een absolute dominantie: als de rangorde eenmaal is uitgemaakt, blijft de dominante hond altijd de baas, ongeacht het tijdstip of de plaats van treffen. Soms zal deze positie nog een keer uitgetest worden. Zolang de dominante hond de gevechten wint, blijft hij de baas.
Bij katten die in hetzelfde huis worden gehouden, ontstaat nu een vorm van dominantie zoals bij honden het geval is: absolute dominantie. Dit betekent, ondanks dat dit voor katten niet natuurlijk is, er één of meer ranghoogsten en één of meer ranglaagsten zijn in een huis, de verzorgers daarbij gerekend.
Kittens zullen spelenderwijs gaan oefenen en uitproberen wat hun kansen zijn. Dit wordt in de maanden die ze naar volwassenheid groeien steeds serieuzer.
Misschien is bij een Bengaal met toch nog steeds 10 % wild bloed, het gevoel voor rangorde sterker aanwezig dan bij een gemiddelde huiskat. Ik merk dat Zahra mij ondertussen als een hoger geplaatste kat of iets dergelijks ziet. Ze wil nu graag op haar buikje gekroeld worden, ter bevestiging dat alles goed en veilig is. Ik mag altijd haar kindjes pakken en haar problemen behoren definitief tot het verleden. Nu hoor je mij niet beweren dat dat alleen maar door onze aanpak komt. Haar eerste zwangerschap, bevalling en het feit dat ze niet meer alleen is hebben er een zeer groot aandeel in gehad, maar ook voor die tijd merkten we dat we op de goede weg waren.
Bij Ishoe is het nooit verder nodig geweest dan wat ik met hem als kitten heb geoefend. Ishoe heeft nog nooit naar iemand uitgehaald. Dat kan zijn karakter zijn natuurlijk maar ook het leerproces wat hij toen heeft doorgemaakt.