Gisteravond, ik ben de katjes aan het eten geven. Ieder hun eigen bakje, ieder hun eigen voer. Zahra ziet altijd elke kans schoon een even onbeheerd bakje leeg te schrokken, dus ik sta er altijd bij. Zahra had het bakje van Pebbles te pakken gekregen, ik wil haar wegtillen maar zie de scherpe punt van het aanrecht over het hoofd. Letterlijk. Mijn voorhoofd knalt er met een rotgang op en ik brul, wanneer de pijn tot me doordringt, uit het puntje van mijn tenen. Die katten schrikken zich wild en sprinten, al bakjes omgooiend, weg. Terwijl ik sta te duizelen komt Zahra zeer ongerust terug, hard gillend naar me, me vragend aankijkend met een blik die ik niet van haar ken. Ik probeer haar gerust te stellen, het was haar fout niet, maar ze is helemaal overstuur en valt de andere 2 aan. En niet zo’n klein beetje ook. Nu is het echt ellende in de tent. Terwijl ik probeer bij mijn positieven te komen, springt Tim ertussen om ze uit elkaar te jagen. Bontvellen, haren, klauwen schieten overal en nergens naar toe. Ik voel me schuldig. Ik heb ze zo laten schrikken en daarom zijn ze zo overstuur.
In het uur daarna blijft Zahra beiden aanvallen. Ishoe heb ik al in zijn veilige mandje gezet, voor Pebbles zet ik er 1 bij. Beiden moeten elkaar ook niet zien, want door de stress is iedereen compleet van slag. Zahra valt ondertussen alles wat beweegt of geluid maakt aan. Ik interpreteer alles volkomen verkeerd en word boos op haar. Ik pak haar bij haar nekvel en sleur haar, ver van mijn lichaam en uit bereik van haar klauwen, naar boven. Deur dicht, luikje dicht. Doei!! Tot straks! Ze gaat te keer boven, heel anders dan wanneer ik terecht boos op haar ben. Ik heb ze door de klap nog niet allemaal op een rijtje en de ware reden dringt nog steeds niet tot mij door.
Na een uurtje proberen we het nogmaals. Zahra vliegt weer Pebbles naar haar strot. Ishoe zit nog steeds grommend in zijn mandje. Het alom hier bekende Zahra LIEF! Ishoe LIEF! Pebbles LIEF! roepen werkt niet. Dan brengt eindelijk Tim het verlossende woord; ze verdedigt me! Iedereen die in mijn buurt was toen ik zo’n pijn had, moet op zijn lazer krijgen want iemand is er schuldig! Nu is het mijn beurt om me nog meer reuze schuldig te voelen. Waarom had ik dat niet eerder begrepen? Niet dat ik er wat aan had kunnen doen, maar het was volkomen onterecht dat ik zo boos op haar werd. Die gekke lieve kat, met haar opstartproblemen waar ik zo hard aan gewerkt heb, die mij ondertussen voor 100% vertrouwt, waar ik alleen en niemand anders mee kan lezen en schrijven. Dat ik dat niet beseft heb! Ik schaam me, door mijn hoofdpijn heen, te pletter.
PS, evt. schrijffouten haal ik later wel eruit. Mijn hoofd is nog niet helemaal bijgetrokken.
[edit midden juli] Het blijkt dat ik door bovenstaand akkefietje een behoorlijke hersenschudding heb opgelopen. Daar ben ik nog wel even zoet mee.