221 Beetje dom

Oh wat dom van me. Waarom staat die prullenbak toch altijd zo ver weg? Dat is toch onhandig? Er is vast een reden voor maar ik weet hem niet meer. Wat ongelooflijk dom van me. Laat ik hem maar eens wat dichterbij zetten. Hier vlak naast de keukenlaatjes is een stuk beter. Wat ontzettend oer- en oerdom van me.

Deze twee keukenlaatjes hebben een magische aantrekkingskracht op Pebbles. Al is ze twee verdiepingen hoger in huis, ze komt aanrennen zodra ze hoort dat ik er eentje opentrek. In het rechterlaatje liggen namelijk de verenstokjes, de reserve muisjes en overige extra speeltjes. Laat ik nou de prullenbak vlakbij dat laatje hebben neergezet. Het bleek een koud kunstje voor Pebbles om op de deksel van de prullenbak er achter te komen dat je alleen maar aan het handvat hoeft te trekken om een la te openen. En wanneer een bengaal dat eenmaal weet…

De prullenbak staat allang weer op zijn oude plek ver weg. De prullenbak heeft geen geheugen. Die deert het allemaal niet. Maar Pebbles wel! Via het keukenblok hengelend, springend vanaf de grond. Als die laatjes maar open gaan!

Wat was ik toch verschrikkelijk een beetje dom!

220 Heb ik een bengaal?

Ieder meent zijn uil een valk te zijn

Maar al te vaak krijg ik mailtjes van mensen die mij vragen of hun kat misschien een bengaal is. Of dan tenminste een halfbengaal. Hele verhalen worden er gemaild die het moeten rechtvaardigen dat ze echt een bengaal in huis hebben. Foto’s worden bijgesloten. Men wil maar één ding horen. Gelukkig kan ik meestal melden dat hun kat in de verste verte niet op een bengaal lijkt.

Gelukkig? Ja, gelukkig!

Het is niet wat deze mensen willen horen. Maar maakt het hun kat minder lief? Minder schattig? Minder om van te houden? Nee toch!

Zo velen denken in hun kat een raskat te zien. In het uiterlijk, in bepaalde karakterkenmerken. Wat men vergeet, is dat een bengaal een kat is met een kats karakter en een kats uiterlijk. En bijzonder karakter en een bijzonder uiterlijk, dat wel. Natuurlijk kunnen bepaalde kenmerken overeen komen, maar dat maakt ze nog geen (half)bengaal. Zo veel mensen heb ik al gesproken die er zeker van waren dat hun kat echt heel erg op een bengaal lijkt. Totdat ze dan een echte bengaal in huis kregen. Wanneer je ze na een half jaar weer eens spreekt, komen ze schoorvoetend op hun eerdere woorden terug. Het is toch wel heel anders met een echte bengaal in huis.

Op diverse advertentiesites worden tegenwoordig heel veel halfbengalen aangeboden. Persoonlijk vind ik dat een kwalijke zaak. Wanneer je een ras gaat mengen met een ander ras (outcross in officiële termen), doe het dan goed. Doe het voor de juiste redenen en doe het vooral met het juiste ras. Er zijn bepaalde rassen die je beter niet met een bengaal kan kruisen, in het belang van de gezondheid van de kittens die daar uit komen. Met welke redenen worden die halfbengalen geboren? Er worden nog fikse prijzen voor gevraagd. Zou jij als koper zo’n bedrag voor elk ander htk kitten neertellen? Maar deze kruisingkittens zijn niet meer en niet minder dan stamboomloze htk kittens! Ze hebben niet het karakter wat een bengaal zou moeten hebben. Ze hebben niet het uiterlijk wat een bengaal zou moeten hebben. Kortom, het zijn geen bengalen! Zou de ‘fokker’ zich verdiept hebben in de lijnen? In de diverse gezondheidstesten? In de hele materie die bij fokken komt kijken? Nee, anders waren deze kittens nooit geboren.

Natuurlijk, het gebeurt wel eens dat een bengaalpoes ontsnapt en zwanger terugkomt. Of dat, wanneer je meerdere rassen fokt, er per ongeluk een kater voordat jij er erg in hebt, op je krolse poes springt. Dat zijn de zogenaamde oops-nestjes, de slipnestjes. Deze kittens vinden meestal een prima huis als gecastreerd huisdier. En zo zou het ook moeten. Maar willens en wetens halfbengalen fokken, is geen goede zaak. Of weer verder nestjes fokken met deze halfbengalen, nog erger. Je kunt niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Als je een bengaal wil, dan wil je een echte bengaal met stamboom. Dan wil je een bengaal die op de juiste manier gefokt is, die goed gesocialiseerd is. Die in huis is opgegroeid bij fokkers die verstand van zaken hebben. Een bengaal waarvan de ouders op bepaalde gebreken of ziektes getest zijn. Een bengaal waarvan de ouders met kennis van zaken voor elkaar uitgezocht zijn. Een bengaal waarvan de intentie van het nest rasverbetering is. Niet rasvermeerdering, of halfrasvermeerdering. Er wordt wat afgefokt tegenwoordig. Ook door sommige bengalenfokkers. Er is heel veel kaf onder het koren.

Natuurlijk, het gebeurt regelmatig dat van deze kruisingbengalen er één in het asiel belandt. Het kan gebeuren dat iemand zijn volbloed bengaal, hoe goed gefokt ook, om diverse redenen niet meer kan houden. Meestal wordt hij dan zonder tussenkomst van een asiel herplaatst, maar heel soms belandt er wel eens een echte bengaal in het asiel.

Het is dus echt wel mogelijk dat je een kruisingbengaal in huis hebt zonder het te weten. Maar dat is eerder uitzondering dan regel. Bedenk dat officiëel zelfs een volbloed bengaal zonder stamboom, eigenlijk geen bengaal is. Het karakter en het uiterlijk is bengaals, maar officiëel is het geen bengaal! Flauw he? 😉

218 Stinken

Het blijft een hit om te vertellen:

Jaren terug hebben wij dagenlang met onze neus sniffend over de grond van ons apartement gekropen op zoek naar wat er toch zo ontzettend stonk. Eindelijk na lang zoeken, tilden we een multomap op en daar zat een half vergane muis vast in de ringen van de map. Onze toenmalige kat had hem waarschijnlijk eindeloos opgejaagd totdat ze er niet bij kon. En daar in de betrekkelijk veilige ruimte van de multomapringen heeft hij op zijn einde gewacht.
En een lol elke keer als we het er weer over hebben. Deze dagen worden we er constant aan herinnerd. Op dit moment lachen we echter meer als met een boer met kiespijn.

Plotseling begon het te stinken in de badkamer. Ik dacht eerst nog dat de lucht van de voorzolder naar beneden trok. Er staan kattenbakken daar. Ik snapte het niet. Ze waren niet echt vies maar toch. Ik heb gisteren nog de hele familie naar de Makro op sleeptouw genomen omdat ze daar zulk goed kattengrit hebben en we niet meer genoeg hadden. Thuisgekomen snel de bakken verschoond. Het bleef stinken! De hele badkamer heb ik gestript en gepoetst. Overal gesnuft en geroken. Alle laatjes van de kasten, overal op de vloer, in de afvoerputjes, de stortbak van de wc, tussen de verwarming, achter de spiegel. Ik kon het niet lokaliseren. Toen hadden we een blinkende badkamer maar wel een, nog steeds, stinkende. Ik snapte er geen hout van. Ten einde raad zijn we met z’n tweeën maar aan het plafond gaan ruiken. In de hoek zit een gat waar de verwarmingsbuizen doorheen gaan. Tim klimt op de badkuiprand om er bij te kunnen.

Ja hoor!! Gatverdamme! De weeïge lucht die uit het gat komt, is ondraaglijk. Hoogstwaarschijnlijk heeft een kat een muis opgejaagd. Het beestje is via de verwarmingsbuizen in het gat gekropen, is daar zonder onze toestemming doodgegaan en ligt daar nu te stinken.

Ik kan moeilijk het hele plafond slopen. Ik ga vandaag het gat afdichten en we hopen er maar het beste van.